In tegenstelling tot veel andere collega vissers, heb ik geen vader of grootvader die me de kneepjes van het vak heeft geleerd. Integendeel, er was niemand in onze familie die interesse had in vissen. Maar hoe krijg je dan de vissersmicrobe te pakken?
Ik ben opgegroeid in het landelijke Halle (Zoersel) en wij hadden, net zoals elke doorsnee (voor)Kempenaar, een mesthoop achteraan in de tuin. In het voorjaar en de zomer kwam er op regelmatige tijdstippen een vriend van de familie “pieren steken” uit onze mesthoop. We noemden hem dan ook al snel “de Pierensteker”. Omdat ik van kindsbeen af heel veel interesse had in alles wat in de natuur leefde en bewoog, wekte “pieren steken” enorm mijn belangstelling op.

“Dag meneer, wat doe je met die pieren?” zal wellicht de vraag zijn geweest die de microbe deed overspringen. Gepassioneerd – zoals elke visser dat nog steeds doet – legde hij me uit wat zijn hobby was en waarom hij daarvoor pieren nodig had. Hij vertelde me trouwens dat we heel bijzondere pieren hadden, want elke wedstrijd die hij viste met onze pieren, won hij. Hoe kan je daaraan weerstaan… “Wij hebben in onze tuin bijzondere pieren waarmee je alle wedstrijden kan winnen”. Ik was verkocht.
Op een dag kreeg ik van de Pierensteker een zitmand, een lancé met molen en nylon, een dobber, loodjes, haakjes en een peillood. Hij legde me haarfijn uit wat ik moest doen om vissen te vangen. Maar wat doe je als je geen vissende vader of grootvader hebt? Inderdaad, zelf dingen uitproberen! Zo heb ik uren in de tuin op mijn mandje gezeten met een dobber in het gras, want een visser moet geduld hebben en door gebrek aan water kon ik dit alvast in de tuin beginnen oefenen.
In de lagere school had ik een vriend wiens vader én grootvader wel visten. Met die vriend – laat ik hem Yves noemen – ging ik bijna wekelijks naar de vijver van het gemeentepark om daar op voorntjes te vissen. Ik herinner me zelfs dat ik de eerste voorntjes heb meegenomen om op te eten. Dat was dan ook ineens de beste manier om dat af te leren, want iedereen die ooit een gebakken voorn heeft gegeten, weet hoeveel graten daarin zitten.

Na mijn lagere schooltijd ben ik gestopt met vissen. Er waren immers veel andere interessante en dynamische dingen in het leven voor een puber zoals ik. Maar gedurende de jaren die volgden bleef ik toch interesse voor het vissen voelen. Als ik een viswedstrijd zag, stopte ik om te kijken, sloeg ik een praatje en ging ik weer verder. Tot ik enkele jaren terug besloot om me een werphengel aan te schaffen.
Mijn eerste hengel kocht ik bij een grote bekende keten van sportmateriaal. Een forelhengelset met een telescopische hengel van 2.40m, een molen met zeker twee kogellagers, nylon en een doosje met twee voor gemonteerde lijntjes met dobber, lood en haakjes voor de prijs van 20 euro. Zo fier als een gieter – ja, ondanks dat ik toen ongeveer 35 jaar was, was ik best fier op mezelf – ging ik in het gemeentepark vissen. Helaas, geen vis… Dan maar eens op het Albertkanaal, Antitankgracht, … niets.

Het internet zou oplossingen brengen. Ik las urenlang artikels op verschillende websites, sloot me aan bij verschillende fora, keek uren naar YouTube en ving nog steeds niets. Ten einde raad besloot ik dan toch maar eens een oproep op een forum te plaatsen: “Hallo, ik ben Wim, wie kan me helpen?”. Redelijk snel kreeg ik een reactie van – laat ik hem Mark noemen – een zekere Mark. Mark wou wel eens afspreken om samen te gaan vissen en om – indien nodig – wat tips te geven. Mark, ik ben je nog steeds dankbaar!
Mark legde me de verschillende technieken en materialen uit zoals bijvoorbeeld het verschil tussen nylon en braid, wat “dropshotten” is, hoe je met een loodkop vist enzovoorts. Hij verwittigde me wel: “vissen kan een dure hobby worden omdat je (te) veel materiaal aankoopt”. Ik stelde Mark gerust en zei dat het bij dit ene tasje zou blijven. Mark, je kreeg gelijk!
Ondertussen zijn we al heel wat jaren verder en heb ik al veel geleerd en leer ik nog steeds veel bij. Ik heb vele interessante vissers ontmoet waarvan vele vrienden zijn geworden. Als ik namen zou moeten verzinnen zou ik ze – in alfabetische volgorde – Aimé, Alfred, Augustus, Bart, Borat, Bram, Bruno, Claudio, Glenn, Godfried, Ilyas, Jef, Kevin, Kratos, Marcel, Mark, Nero, Olaf, Paul, Prosper, Qin Shi Huang … kunnen noemen. Mijn tasje met materiaal is ondertussen al aan de kant gezet voor vele koffers met materiaal. Die ene hengel die ik maar zou nodig hebben, staat ondertussen naast (achter) al andere. Die paar shadjes zijn ondertussen dozen met shads geworden. Ik denk dat de meeste hengelsportliefhebbers dit wel herkennen. Er is trouwens een interessante website die hierover een artikel heeft geschreven.

Om een lang verhaal kort te maken: Ik ben Wim, ik heb een winkel: FlandersFisher en ik hou van vissen. Het geeft me rust en het helpt me om te ontspannen. Ik hoop dat iedereen zo’n fantastische hobby vindt en als je vragen hebt over materiaal, dan spreken we wel eens af.
Feel Alive!
Add comment